Gezinskaart voorouders Anton Jansen - Persoonsblad
Gezinskaart voorouders Anton Jansen - Persoonsblad
Naamvan Deelen, Fredrika Maria
Geboren datum2 februari 1911151
Geboren plaatsUtrecht, Nederland
Memovernoemd naar de beide grootmoeders
Doop datum9 april 1911151 Leeftijd: <1
Doop plaatsUtrecht, Nederland
MemoNH, gedoopt in de Geertekerk
Overlijden datum22 augustus 2004152,153 Leeftijd: 93
Overlijden plaatsHillegom, Nederland
Memo09.30
Crematie datum25 augustus 2004152 Leeftijd: 93
Crematie plaatsLeiden, Nederland
Memorouwkaart
GodsdienstNH
Vadervan Deelen, Charles Henri (1883-1973)
MoederKuipers, Jansje (1887-1971)
Partners
Geboren datum19 maart 1910154
Geboren plaatsHaarlem
Memovernoemd naar zijn moeder
Overlijden datum5 september 2000155,156 Leeftijd: 90
Overlijden plaatsHillegom, Nederland
Memorouwkaart
Beroepboekhouder/belastingambtenaar
VaderJansen, Jan (1873-1959)
Huwelijk datum17 mei 1934157
Huwelijk plaatsHaarlem
Huwelijk memoCivil
Notitie behorende bij Fredrika Maria van Deelen
Levensloop

Op 2 februari 1911 werd in Utrecht in het gezin van Charles van Deelen en Janje Kuipers het eerste kind geboren: Fredrika Maria, roepnaam Riek. Zij werd vernoemd naar haar twee grootmoeders.
Op twee jarige leeftijd voldgde de verhuizing naar de Bankastraat in de voormalige gemeente Schoten, tegenwoordig Haarlem, waar een jaar later haar broertje Charles Henri geboren werd.

Riek heeft over haar jeugd nooit veel concreets los willen laten. Zoveel is wel duidelijk, dat ze niet echt goed met haar moeder kon opschieten. Mogelijk dat de oorzaak gelegen heeft bij haar broer die waarschijnlijk een kind geweest is waar zijn ouders veel zorgen om hebben gehad. Over het wel en wee van deze broer bestaat veel onduidelijkheid. Riek heeft daar echter nooit iets over willen loslaten. Al in mei 1945, drie weken na het einde van de oorlog trouwt haar broer, wonende in Haarlem met een schippersdochter uit Middelharnis. Na 10 maanden wordt dit huwelijk op haar verzoek al weer ontbonden; over de reden is altijd gezwegen. In oktober 1947 komt hij in Wassenaar met zijn motor ten val doordat een dronken man de Rijksstraatweg plotseling oversteekt; hij overlijdt in het ziekenhuis.

Riek schetste zichzelf als ondernemend en zelfstandig en trok, toen ze wat groter werd, veel naar haar tante Anna (de oudste zus van haar moeder) in Amsterdam. Opmerkelijk voor die tijd want uiteindelijk was ze nog een jong meisje. Ze kon daar tot op hoge leeftijd met warmte over praten.
Dat ze ondernemend was blijkt ook tijdens haar huwelijk wanneer ze soms vele dagen alleen is. Ze legde makkelijk contact met anderen, trok er veel op uit en volgde allerlei cursussen, zowel omdat het haar belangstelling had als om het sociale contact. Ze had veel belangstelling voor alles en iedereen om haar heen.
Ze begon haar schoolcarrière op de openbare lagere school in de Soendastraat. in Haarlem
Uit deze tijd dateert waarschijnlijk ook de foto waar zij samen met haar broer in een geënsceneerde strandscène op staat.
Het gezin verhuisde regelmatig en Riek veranderde van school, de lagere school op Botermarkt. Ze is in die tijd naar haar eigen zeggen veel ziek geweest. Opmerkelijk is ook, dat daar gedurende de laatste drie jaar al franse les gegeven werd. Leren was overigens niet haar sterkste kant.

Na de lagere school moest ze gaan werken maar waar ze precies heeft gewerkt kon ze zich later niet meer herinneren, wel dat het als hulp in de huishouding was. ’s Avonds volgde ze dan een avondschool aan de Parklaan, maar wat voor school dat precies was wist ze zich niet meer te herinneren. Na ongeveer twee jaar bleek naar eigen zegge de desinteresse zo groot dat ze van school werd gestuurd: ze was toen ongeveer 15 jaar oud.

Uit haar fotoalbum blijkt dat ze toen ze wat ouder werd lid was geworden van een meisjesvereniging.
Ze is ook lid geweest van de padvinderij. Wanneer dat begon is niet bekend, wel dat ze uiteindelijk akela is geweest. Maar met name het mogen en kunnen deelnemen aan de wereldjamboree in 1937 in Vogelenzang heeft grote indruk gemaakt. Ze heeft er intens van genoten. Op zich niet zo verwonderlijk als je bedenkt dat er zo’n 25.000 deelnemers uit 45 landen gedurende twee weken met elkaar optrokken. Ze heeft het er nog vaak over gehad maar foto’s ontbreken helaas.

Niet alleen in haar jeugd maar ook tijdens haar huwelijk is ze veel ziek geweest. Ze heeft van alles gemankeerd maar vocht zich er steeds weer bovenop. De laatste vier jaar van haar leven was ze weer alleen: in 2004 overleed ze op 93-jarige leeftijd in een verzorgingshuis in Hillegom.
Documenten notities behorende bij Fredrika Maria van Deelen
* geboortebewijs gemeente Utrecht, docnr 05-051
* overlijdensacte nr 200129 BS Hillegom dd 23-08-2004, docnr 07-055
* schoolfoto Haarlem ca 1920, docnr 09-110
* foto ca 1920, docnr 09-111
* diploma machineschrijven dd 12-03-1926, docnr 09-112
* distributie stamkaart nr 46259 dd 09-10-1939, docnr 09-113
* tweede distributie stamkaart nr 025838, docnr 09-114
* persoonsbewijs nr 020427 dd 12-01-1941, docnr 09-115
* paspoort nr 889653K dd 01-12-1976 + 65+pas nr 392/1554698, docnr 09-116
* rouwkaart, docnr 09-117
* brief dd 05-11-2004 Slangenburg mbt verstrooiing as, docnr 09-118
* testament dd 08-02-1990, docnr 09-119
* verklaring van erfrecht dd 31-08-2004, docnr 09-120
Notitie behorende bij Adriaan Jacobus (Partner 1)
Levensloop:
Geboren in 1910 als zesde kind in een gezin met uiteindelijk drie jongens en vier meisjes groeide hij op in de Leidsche buurt in Haarlem en volgde daar de lagere school op het Leidscheplein. De lagere school werd met goed gevolg afgesloten blijkens bijgaand Getuigschrift uit 1923.
Ook toen al werd het kunnen zwemmen belangrijk gevonden. Adriaan kreeg les in de Houtvaart, één van de oudste openlucht zwembaden van Nederland. Het zwembad werd in 1884 geopend en is incl twee renovaties sindsdien tot op heden altijd in bedrijf geweest.
Zoals zovelen is hij daarna gaan werken. Maar ja, werken betekende ook leren. Op 24 juli 1925, Adriaan was toen dus 15 jaar, werd hem het snelheidsdiploma machineschrijven uitgereikt en vier jaar later behaalde hij zijn praktijkdiploma boekhouden in december 1929.
Veel opgroeiende jongeren waren in die tijd lid van een zgn Jongelingsvereniging, vaak georganiseerd vanuit de kerken. Dat gold ook voor Adriaan en daar zijn een aantal foto’s van bewaard gebleven.
Toen hij zijn latere vrouw in 1928 op een toneelavondje leerde kennen, werkte hij al op kantoor in de boekhouding bij Droste, een cacao en chocoladefabriek. Waarschijnlijk is hij daar al vrij jong gaan werken; andere werkgevers zijn niet bekend.
In zijn vrije tijd heeft hij fluit leren spelen en was lid van Eutherpe, een amateur symphonieorkest. Hij had ook een voor die tijd zware 350cc Matchless motor, waarmee hij met moeder en met zijn vriend Wim Nieland veel door het land en naar de Ardennen in Belgie reed.

Uit de gegevens van zijn pensioeninkoop blijkt dat hij in militaire dienst was van 16-01-1930 tot 29-06-1930, van 05-11-1934 tot 06-11-1934, van 09-06-1936 tot 26-06-1936 en tenslotte i.v.m. de mobilisatie voor de tweede wereldoorlog van 29-08-1939 tot 26-05-1940. Hij begon als soldaat, belast met de verzorging van paarden; tijdens de mobilisatie was hij geplaatst op de staf in den Haag.

Bij de N.V. Droste's Cacao en chocoladefabrieken werkte hij op de boekhoudafdeling (was vanaf 01-02-1934 lid van het pensioenfonds van het vaste personeel).
Uit de latere verhalen springen vooral de wekelijkse loonbetalingen aan het fabriekspersoneel er uit: hij moest met relatief veel geld op stap.
Een vaste baan was in de crisisjaren van de 20e eeuw (29 oktober 1929, Black Thursday, was Wall Street gecrashed) een niet onbelangrijk gegeven. In 1934 was het aantal werklozen al boven de 400.000 gestegen. Een vaste baan was een goede basis om te kunnen trouwen. Dat deed hij dan ook in 1934.

Uit een brief van "Pensioen-Risico" van 12 -1-1944 blijkt hij dan al niet meer bij Droste te werken. Waarschijnlijk hield dit verband met de oorlogssituatie. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat Droste nog grondstoffen kreeg aangevoerd.
Wat hij direct na de oorlog heeft gedaan is niet duidelijk, voor zover ik weet werkte hij toen niet bij Droste. Hij trad op 16-06-1946 in dienst bij de Schade-enquette commissie te Amsterdam en bleef daar tot 16-04-1948. Van 16-04-1948 tot zijn pensionering als hoofdcommies van 's Rijks Belastingen op 01-04-1975 werkte hij bij de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst in Amsterdam (Droogbak) en aan het eind in Haarlem.
Op 5 september 2000 overleed hij in het verzorgingshuis Bloemswaard in Hillegom.
Laatst bijgewerkt 25 november 2021Gemaakt 23 december 2021 met 'Reunion for Macintosh'