Gezinskaart voorouders Anton Jansen - Persoonsblad
Gezinskaart voorouders Anton Jansen - Persoonsblad
NaamKuiper, Gerrit Jansz
Geboren datumoktober 1725
Geboren plaatsElburg
Doop datum25 oktober 1725403 Leeftijd: <1
Doop plaatsElburg
MemoSA NWV
Overlijden datumvoor 7 augustus 1778 Leeftijd: 52
Memoovl na 7-08-1763
Beroeptimmerman, gildemeester
VaderKuiper, Jan (1705-~1765)
MoederAaltjen (1699-)
Partners
Geboren datumapril 1726
Geboren plaatsEpe
Begraven datum9 augustus 1783
Begraven plaatsElburg
Vadervan Arck, Jan (1686-)
MoederDiesbergh, Marritje (ca 1690-)
Huwelijk datum30 april 175218
Huwelijk plaatsEpe
Huwelijk memoHerdewich, NH
KinderenLubbertus (1770-1839)
Notitie behorende bij Gerrit Jansz Kuiper
Is voor 1779 overleden want op 9 augustus 1778 vestrekt zijn weduwe een lening aan Willem Staal en Maria Hendriks groot f150.-, met als onderpand hun huis aan de Beekstraat.

In het Oud rechtelijk archief van Oldebroek komt op 3-3-1763 een inschrijving voor waaruit blijkt dat Gerrit Jansen Kuiper wordt vrij gesproken van smaad wegens gebrek aan bewijs. Waaruit die smaad bestaat wordt niet vermeld.

Testament:
Verschenen Gerrit Jansen Kuiper zijn verstand volkomen meester, maakt zijn dispositie als volgt: benoemd als erfgenaam zijn dochter bij Aartje Jans in echt verwekt en steld tot voogden zijn vader Jan Lubbertsen Kuiper en broeders Hartger en Reyer Jansen Kuiper enz.
get 7 aug 1763


Notarieel archief
Verschenen Cornelis Bunskerken en Jantje Alberts van den Hul echtel. lenen f 600,- van burgem. D.C.Tulleken waarvoor borg gebleven zijn Albert Jansen van de Hul en Johan Bunskerken met als onderpand hun huis aan de Botermarkt naast Gerrit Jansen Kuiper en burgem. Julien thans door hun bewoond get 14 febr 1771 geroyeert 7 juli 1772


Notarieel archief
Verschenen Aaltje van Arck wed. van Gerrit Jansen Kuiper mede als voogdesse van haar 2 kinderen en Jacob Jansen en Maria Kuiper echtel.te Ermelo welke tesamen voor f 140,- verkopen aan Willem Staal en Maria Hendriks echtel.een hof voor de Goorpoort nader omschreven Willem Staal leent f 100,- van Hendrica Agnes van Dompseler onderpand die hof, get 9 aug 1778


Notariel archief
Verschenen Willem Staal en Maria Hendriks echtel. lenen f 150,- van de wed. van Gerrit Jansen Kuiper enz. stellen tot onderpand hun huis aan de Beekstraat tussen Rutger van der Heide en Rutger Jansen staand get 9 sept 1779


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Op 28-11-1767 tekenen de afgaande gildemeesters van het timmermansgilde St Jozef, Henderik Bierman en Gerrit Jansen Kuijper een request aan het gemeentebestuur.
De heeren van de magistraat desen request met de annexe ampliatie hebbende geexamineert, approberen bij provisie de annexe ampliatie (doorgehaald:[...]) repereren aan [...] om deselve ten allen tijden te interpreteren, actum in senatum den 28 november 1761.
Per ordonnantie van deselve Eijb. Gerh. Sandberg, secretaris.
Aan den weldedele achtbaare heeren van de magistraat der stad Elburg.
Weledele en achtbaere heeren,
Geven zeer onderdaniglijk te kennen Henricus Bierman en Gerrit Jansen Kuijper als afgaande gildemeesteren van het Sint Josephs gilde hoe dat zij en de gildebroederen van gemeene gilde overeen gekomen zijn dat tot nutte van het gemeene gilde den 22ste articul van het gilde boek stiptelijk diende agtervolgt worden niet alleen: maar ook goeggevonden hebben eene amplicatie daar omtrent tot steun van noodlijdende onder het gilde, te beraemen, wenden zig dierhalven bij desen tot U weledele en achtbaeren met gedienstig versoek, dat U weledele en achtbaeren die annexe amplicatei en articulen gelieve te bekragtigen.
Het welck doende, Hendr. Bierman.
1v
Ampliatie op den tweentwintigsten articul van het gildeboek van het sint Josephs gilde goedgevonden en gearresteert door de gezamentlijke gildebroederen en van wegens dezelve overgegeven door Hendrikus Bierman en Gerrit Jansen Kuijper als afgaande gildemeesteren, aan de weledele ende achtbaere heeren van de magistraat dezer stad Elburg, ter sijne van bekragtinge.
Art: 1.
Dat ingevolge den 22sten articul van het gildeboek, de twee stuijvers prompt alle vierendeel jaars, door ieder gildebroeder zal worden betaald, daar toe de gildemeesters betaald werden.
Art: 2.
Dat wanneer iemand in gebreeken bleef op die zitdag niet en betaalde, dat op den dag der teeringe als dan het volle jaar zal moeten betaald worden.
Art: 3.
Dat er een apart boek van alle de boeten en inkomen van dit gilde zal worden aangelegt, waar uit alle jaaren de rekeninge publieq voor de gecommiteerden zal worden gedaan.
Art: 4.
2
Dat de gildemeesteren (als nu maar twee) zullen tot vier vermeerdert worden en dat ommegank van twee jaaren, wederom twee nieuwe in plaats van de twee oudste afgaande zullen toegevoegt worden: welke vier gildemeesteren alle zaaken omtrent het gilde zullen behartigen.
Art: 5.
Dat voortaan niet meer als een dag zal geteert ofte gedronken worden; en dat dien teerdag niet des sondags naa sint Marten maar des maandags altoos zal zijn en blijven.
Art. 6.
Dat uit den overschot zoo boeten als anders, de tijdelijke vier gildemeesteren zullen mogen disponeeren, ten behoeve van de noodlijdende gildebroederen, derselve vrouwen en kinderen.
Art: 7.
Dat iemand uit het gilde behoeftig wezende zig zal moeten adresseren aan eene der tijdelijke gildemeesteren.
Art: 8.
Dat als dan soo een gildemeester zijne mede gildemeesteren daar van kennisse geeven ende daar over vergaderen, ende
2v
Alsdan met malkanderen over een koomen, hoeveel men zoo eene noodlijdende zal toeleggen.
Art: 9.
Dat bij het doen der jaarlijkse rekening publieq zal verrekend worden, aan wien en hoeveel de noodlijdende hebben genooten.
Art: 10.
Dat voortaan geene bij eenkomsten ofte gilde spraake op de son of feestdagen zullen worden gehouden.
Blijvende voor zoo verre hier geene veranderinge is gemaakt den gildenbrief en gildeboek in staat.
Actum Elburg den 28ste november 1767.
Henderik Bierman
Gerrit Jansen Kuijper

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Documenten notities behorende bij Gerrit Jansz Kuiper
* doopinschrijving dtb Elburg 25-10-1725, docnr 01-064
Notitie notities behorende bij Gerrit Jansz & Aartje Jans (gezin)
Gerrit is het oudste kind uit het gezin van Jan Lubberts en Aaltje Gerrits. Hij werd op 25 oktober 1725 in Elburg gedoopt.
Hij trouwt in Epe op 30 april 1752 met de weduwe en timmermansdochter Aartje Jans van de Ark uit Terwolde.
Uit het gezin van Gerrit en Aaltje zijn drie kinderen bekend.
De naam van hun eerste kind, een meisje is niet bekend, haar doop is niet in Elburg of Oldebroek ingeschreven. Maar dat ze heeft bestaan blijkt uit het feit dat op 7 augustus 1763 Gerrit zijn testament opmaakt en daarbij zijn dochter tot zijn erfgenaam benoemd:
Verschenen Gerrit Jansen Kuiper zijn verstand volkomen meester maakt zijn
dispositie als volgt: benoemd als erfgenaam zijn dochter bij Aartje Jans in
echt verwekt en steld tot voogden zijn vader Jan Lubbertsen Kuiper en
broeders Hartger en Reyer Jansen Kuiper enz.
get 7 aug 1763


Gerrit treedt in de voetsporen van zijn vader en wordt eveneens timmerman. Als lid van het St Jozefgilde in Elburg wordt hij op enig moment gildemeester; op 28 november 1767 treedt hij af.

Gerrit overlijdt tussen 1772 en 1779 in Elburg, althans zijn weduwe woont dan nog steeds in Elburg.
Aartje Jans van Ark wordt daar op 9 augustus 1783 begraven.
Laatst bijgewerkt 22 juni 2016Gemaakt 23 december 2021 met 'Reunion for Macintosh'