Gezinskaart voorouders Anton Jansen - Persoonsblad
Gezinskaart voorouders Anton Jansen - Persoonsblad
NaamJanssen, Jannetien
Partners
Geboren datummei 1665
Geboren plaats8181 Heerde, Nederland
Overlijden datum1745 Leeftijd: 79
Overlijden plaatsVaassen, Nederland
Beroeppapijermaeker
MoederFenne
Huwelijk datumapril 1686
Huwelijk plaatsVaassen, Nederland
Notitie behorende bij Lucas (Partner 1)
De Trouwinschrijvingen zijn op internet pas vanaf ca 1770 beschikbaar. De scan bij de Multimedia komt van de website van het Gelders Archief

Lucas was bezitter van een deel van de Geelmolen en pachte grond en water van de heer van Cannenburch. Zijn vrouw erfde de Zuidelijke Wisselmolen.
In 1690 was deze molen in het bezit van Lucas Coldewey. De twee zonen van Lucas, Arent en Teunis, assisteerden hun vader op de molens te Wissel en Vaassen. Na de dood van Lucas in 1745 volgde Teu- nis zijn vader op als papiermaker op beide molens. Teunis en zijn vrouw Gerritje Brouwer kwamen, evenals de bewoners van de eerste Geelmolen, in conflict met de heer van Cannenburch. In juli 1754 werd Teunis door het Hof veroordeeld grond en water te verlaten. (zie hierna)

In de loop van de 17e eeuw moet de eigendom van de Geelmolen zijn gesplitst. Gijsbert Pelgrums van Heerde, gehuwd met Anna Maria Heymeriks, verkocht in 1691 aan Derk van Gerven (ook genoemd Gervinck) echtgenoot van Janneken Peters „die helffte van onse getimmer van onse pampiermoelen d'Geelmolen genaamt bestaende in twee raeden ende neegen backen, te weeten die helfte van molenhuys, die helfte van woonhuys ende die helfte van d'bergh, alle aen die suytsijde van die molenbeecke gelegen in den ampte van Epe kerspel Vaesen gehorende, alles soo als het bij kopers gebruyckt wort liggende op die gront van d'kercke tot Vaesen ende het waeter die heer van Kannenbergh toebehorende ende dat voor een somma van tweduisent Carolus guldens..."
Het transport vond eerst in 1694 plaats. De grond waarop de molen stond, behoorde aan de kerk te Vaassen en niet meer tot de goederen onder de Cannenburch. Een veertig jaar later zou de vraag aan wie dit toebehoorde inzet worden van een lang en ingewikkeld proces.
In 1697 werden water en grond van de Geelmolen met een aantal andere percelen als een complex in leen opgedragen aan de Staten van Gelderland. De Geelmolen blijkt in 1731 voor de helft in bezit te zijn van Jenneke Peters, na de dood van Derck van Gerven hertrouwd met Jacob Hagedoorn. Haar tweede man stierf vóór 1735- Een dochter uit Jennekes eerste huwelijk, Willemtje, weduwe van Lucas Wolbrink, was medebezitster. De andere helft van de molen behoorde toe aan Lucas Coldewey.
In 1752 had de heer van de Cannenburch inmiddels de bezitter van de andere helft van de molen Teunis Coldewey, zoon van wijlen Lucas Coldewey, met ingang van mei 1752 de pacht van grond en water opgezegd. Bovendien moesten de opstallen worden afgebroken of na taxatie worden overgedaan. De molenaar verzette zich tegen de opzegging waarna het geschil aan het oordeel van het Hof werd onderworpen.
Bij sententie van 20 juli 1754 werd Coldewey veroordeeld grond en water niet meer te gebruiken en de opstallen af te breken behoudens verkoop na taxatie. Op 13 november 1754 droeg hij de „papiermolen en verderen opstal gelegen op Veluwen in den Ampte van Epe carspel Vaessen onder 't Westericker rot, genaamt de Gelemolen, bestaande in een woonhuys, moolenhuys, moolenwerck, twee en een halve schuur..." over tegen een bedrag van 1325 gulden.
Laatst bijgewerkt 15 februari 2014Gemaakt 23 december 2021 met 'Reunion for Macintosh'