Gezinskaart voorouders Bram Maliepaard - Persoonsblad
Gezinskaart voorouders Bram Maliepaard - Persoonsblad
Naamvan Cats, Neelken 
Partners
Geboren datumcirca 1590
Overlijden datum23 september 1652 Leeftijd: 62
Overlijden plaats4486 Colijnsplaat, Nederland
Begraven datum25 september 1652
Begraven plaats4486 Colijnsplaat, Nederland
Beroeplandbouwer in de polder Nieuw Noord Beveland
VaderTaselaar, Aart
Huwelijk datumcirca 1622
Notitie behorende bij Pieter (Partner 1)
Pieter Aerts Taselaar wordt bij zijn tweede huwelijk in doopboek Colijnsplaat ingeschreven als Pieter Arents en Hendrikje Pieters, in 1653 als Pieter Arentsen Taselaar en Hendrikje Pieters Kluijfhooft.
Pieter doet belijdenis in de Gereformeerde kerk te Colijnsplaat op 30-09-1635 en hij was landbouwer in de polder`Nieuw Noordbeveland.
Lidmaten der Gemeijnte Jesu Christi binnen Colijnsplate ende Noort Beveland 1599: " Anno 1635, den 30 September Pieter Arentsz Taselaar, wonende in ´t Nieuwe landt". " Aangenomen met belijdenisse des geloofs tot deze gemeijnte: anno 1635, den 30 September", Pieter Aertsz Taselaer en Hendrikje Pietersdr Cluijfhooft dochter van Pieter Maertense Cluijfhooft en Anneke Hendrikse Munter.
Pieter Arentsz overleden den 23 September anno 1652, idem: Hendricksken Pieters, huisvrouwe van den voornoemden Pieter Arentsz.
De heer K.J. Slijkerman is een oude Taselaar tegengekomen. Met zijn toestemming hierbij wat hij mij daarover zond: Volgens mij zal Pieter Arentsz. Taselaer (ca. 1590-1652) te Colijnsplaat een nazaat (achter/kleinzoon ?) zijn geweest van de in Katendrecht wonende Jan Heyndricxsz. Taselaer, koper van de korentiende van het eerste blok in Katendrecht in 1547 (dan nog onder patroniem), 1551, 1553, 1555, (zie Domeinrekening van Putten inv. nrs. 2508, 2511, 2513, 2515), van het tweede blok in 1552 en 1553 (inv.nr. 2512, 2513), het derde klok in 1548 ('Jan Taselaer van
Catendrecht' inv. nr. 2509), van het vierde blok in 1540 (inv. nr. 2501), 1545 (inv. nr. 2506), 1547 (inv. nr. 2508). Onderzoek naar 16e eeuwse inwoners van Katendrecht is uitermate moeilijk; van vóór 1676 is al het rechterlijk archief verloren gegaan. Men moet het dus hebben van eventuele vondsten in omliggende plaatsen. Bewijsbaar is de link niet te leggen. Ik ken voor 1600 alleen de naam Taselaer te Katendrecht en nergens anders op althans de eilanden IJsselmonde en De Hoeksche Waard. Het hoofdgeld van Charlois van 1623 maakt nog melding van een Cornelis Adriaensz. Taselaer, dus toen zaten er nog naamgenoten in Katendrecht/Charlois. Ik kwam nog de vermelding tegen in Hof van Holland inv. nr. 1671, dd.
22-2-1555 van een zaak van Jan Heyndrickx den Taselaer, wonende te Katendrecht, tegen Pauwels Florisz. Het lidwoord in 'den Taselaer' en de uitgang '-elaar' lijken op een beroepsaanduiding te wijzen. De heer H.M. Lups vond in een Middelnederlands-woordenboek dat het om een 'tassenmaker' gaat. Hij vond ook de vorm Taschelaar.
Pieter doet belijdenis in de Gereformeerde kerk te Colijnsplaat op 30-09-1635 en hij was landbouwer in de polder`Nieuw Noordbeveland.
Lidmaten der Gemeijnte Jesu Christi binnen Colijnsplate ende Noort Beveland 1599: " Anno 1635, den 30 September Pieter Arentsz Taselaar, wonende in ´t Nieuwe landt". " Aangenomen met belijdenisse des geloofs tot deze gemeijnte: anno 1635, den 30 September", Pieter Aertsz Taselaer en Hendrikje Pietersdr Cluijfhooft dochter van Pieter Maertense Cluijfhooft en Anneke Hendrikse Munter.
Pieter Arentsz overleden den 23 September anno 1652, idem: Hendricksken Pieters, huisvrouwe van den voornoemden Pieter Arentsz.
De heer K.J. Slijkerman is een oude Taselaar tegengekomen. Met zijn toestemming hierbij wat hij mij daarover zond: Volgens mij zal Pieter Arentsz. Taselaer (ca. 1590-1652) te Colijnsplaat een nazaat (achter/kleinzoon ?) zijn geweest van de in Katendrecht wonende Jan Heyndricxsz. Taselaer, koper van de korentiende van het eerste blok in Katendrecht in 1547 (dan nog onder patroniem), 1551, 1553, 1555, (zie Domeinrekening van Putten inv. nrs. 2508, 2511, 2513, 2515), van het tweede blok in 1552 en 1553 (inv.nr. 2512, 2513), het derde klok in 1548 ('Jan Taselaer van
Catendrecht' inv. nr. 2509), van het vierde blok in 1540 (inv. nr. 2501), 1545 (inv. nr. 2506), 1547 (inv. nr. 2508). Onderzoek naar 16e eeuwse inwoners van Katendrecht is uitermate moeilijk; van vóór 1676 is al het rechterlijk archief verloren gegaan. Men moet het dus hebben van eventuele vondsten in omliggende plaatsen. Bewijsbaar is de link niet te leggen. Ik ken voor 1600 alleen de naam Taselaer te Katendrecht en nergens anders op althans de eilanden IJsselmonde en De Hoeksche Waard. Het hoofdgeld van Charlois van 1623 maakt nog melding van een Cornelis Adriaensz. Taselaer, dus toen zaten er nog naamgenoten in Katendrecht/Charlois. Ik kwam nog de vermelding tegen in Hof van Holland inv. nr. 1671, dd.
22-2-1555 van een zaak van Jan Heyndrickx den Taselaer, wonende te Katendrecht, tegen Pauwels Florisz. Het lidwoord in 'den Taselaer' en de uitgang '-elaar' lijken op een beroepsaanduiding te wijzen. De heer H.M. Lups vond in een Middelnederlands-woordenboek dat het om een 'tassenmaker' gaat. Hij vond ook de vorm Taschelaar.