Gezinskaart voorouders Anton Jansen - Persoonsblad
Gezinskaart voorouders Anton Jansen - Persoonsblad
Naamvan Ralen, Anna Maria
Geboren datum28 januari 1815
Geboren plaatsElst
Memoakte 2; getuigen Johannes en Steven van Engen
Overlijden datum1 april 1892 Leeftijd: 77
Overlijden plaatsZandvoort, Nederland
Memoin het duin; zie notitie
Partners
Geboren datum17 juli 1792180
Geboren plaatsElst
Overlijden datum27 januari 1866181 Leeftijd: 73
Overlijden plaats2061 Bloemendaal, Nederland
Memozie notitie
Beroepdaggelder (1821), aardwerker(1865),tuinman(1820,1836),tuindersknegt(1820), tuinder, landbouwer(1840,1850)
VaderJansen, Arien (1762-1817)
MoederJansen, Aaltje (1763-1798)
Huwelijk datum12 juli 1840348
Huwelijk plaatsZandvoort, Nederland
Huwelijk memoCivil, Cornelis van der Werff, Hendrik van der Valk, Jan van Duivenboden, Jan van der Mije junior
Documenten notities behorende bij Anna Maria van Ralen
* bevolkingsregister Bloemendaal/Overveen 1850-1860, docnr 08-008
* bevolkingsregister Bloemendaal/Overveen blad 286 1850-1860, docnr 08-009
Notitie behorende bij Anna Maria van Ralen
Overledene
Anna Maria van Ralen , 77
Vader
Leendert van Ralen
Moeder
Johanna Hendriks
Weduwnaar/weduwe
Gerrit Jansen
 
 
Plaats
Zandvoort
Datum overlijden
01-04-1892 (Zandvoort)
Elst
Notitie behorende bij Gerrit (Partner 1)
Gerrit wordt geboren als het tweede kind in een gezin van vier kinderen.
Als hij zes jaar is overlijdt zijn moeder. Behalve zijn vader zijn er dan nog een ouder broer van 8 jaar en twee jongere zusjes van resp 4 en 2 jaar. Hoe dat is opgelost, kan niet meer worden achterhaald. Twee maanden later op 21 februari 1799 vindt er tot overmaat van ramp ook nog een dijkdoorbraak plaats bij Doornik tussen Bemmel en Lent. Het moeten zware tijden zijn geweest.
We horen dan niets meer van Gerrit totdat hij in 1820 helemaal in Hillegom, ca 100 km van Elst, weer in de bevolkingsadministratie opduikt.
Wanneer, hoe en vooral waarom hij die reis ondernomen heeft ondernomen en waarom hij juist in Hillegom terecht komt zullen we nooit weten, we kunnen er alleen naar gissen. Gerrit staat te boek als tuindersknecht en het is niet uit te sluiten dat zijn inkomsten door deze overstromingen herhaaldelijk wegvielen. Hoe dan ook, in de literatuur komt het beeld naar voren dat het leven in dit gebied voor velen verre van eenvoudig was.
Wanneer dan in januari 1809 de dijken opnieuw doorbreken komen grote delen van de Betuwe onder water te staan (voor meer informatie zie de tekst aan het eind van deze notitie). Gerrit is dan bijna 17 jaar en het is zeer wel mogelijk dat dit op enig moment voor hem de aanleiding is geweest om zijn heil elders te zoeken. Harde informatie daarover ontbreekt echter.

Hij duikt administratief weer in Hillegom op als hij daar wil trouwen. Hij moet hij dan o.a. een overlijdensacte van zijn vader kunnen overleggen. Dat nu blijkt een probleem te zijn, want in het overlijdensregister van Elst komt Arien Jansen niet voor. Arien is bij zijn overlijden nl. ingeschreven als Arien Hendriks en die naam staat niet in het extract van de doopacte van Gerrit.
Dus moet Gerrit een lange reis maken naar de vrederechter in het Ambtshuis van het canton Elst om een zgn. acte van bekendheid183 te laten opmaken.
In den jare achttien honderd twintig den zesden April is voor ons Johannes Glover, Plaatsvervanger van den Heere Vrederegter van het Canton Elst, in het Ambtshuis te Elst gecompareerd Gerrit Jansen, tuinman wonende te Hillegom, Provincie Zuid-Holland, te kennen gevende dat hij voornemens was zich in het huwelijk te begeven, dat hij daartoe nodig had de dood attesten zijner ouders en wijl de naam van zijn vader verkeerdelijk op het Register van overlijden is gebragt en die zijner moeder mede niet genoegzaam op het doodregister schijnt te zijn uitgeda(an?), zo verzoekt de Comparant deswegens een acte van bekendheid en heeft tot dat einde met zich mede gebragt de nagenoemde vier getuigen.
Voorts zijn gecompareerd 1e Dirk Uffelie wever, 2e Jan Ter Laak timmerman, 3e .... van Engen smid en 4e Hendrik Verheijen mede smid, alle van competenten ouderdom en wonende te Elst, welke ons hebben verklaard den comparant Gerrit Jansen zeer wel te kennen en te weten dat hij een zoon is van Arien Jansen en van Aaltje Jansen in leven Ehelieden gewoond hebbende te Elst. Dat voorts zijne moeder Aaltje Jansen in of omstreeks den jare zeventien honderd acht en negentig, en zijn vader Arien Jansen in den jare achttien honderd zeventien te Elst is overleden, en dat het hun eindelijk ook zeer wel bekend is, dat voornoemde Arien Jansen ook onder den naam van Arien Hendriks bekend stond en waarschijnlijk om die reden als zoodanig op het register van overlijden is aangeteekend.
Waarvan wij het tegenwoordig Proces Verbaal hebben opgemaakt hetwelke op den verklaring van den Comparant Gerrit Jansen van deszelfs naam volstrekt niet te kunnen teekenen, na gedane voorlezing door gemelde vier getuigen met ons en onzen Commies-Griffier is betekend. En was op de minute geteekend D. Uffelie, S. Ter Laak, S. van Engen, H. Verheijen, J. Glover, J.W. Geerligs. Onder Stond Geregistreerd zonder renvoijen te Elst den zesden April achttien honderd twintig folio honderd vijf .... .... drie deel twee. Ontvangen met de verhogingen negen en vijftig cents. Geteekend: van Olden

Gerrit trouwt twee keer en overlijdt uiteindelijk in Bloemendaal:

Wiewaswie, akte nr 3r

Overledene
Gerrit Jansen , 73
Vader Arie Jansen
Moeder Aaltje Jansen
Echtgenoot/echtgenote Emma van Ralen
Plaats Bloemendaal
Datum overlijden 27-01-1866 (Overveen)
Opmerkingen weduwnaar van Anna Geertruida Deen



Overstromingen in de Betuwe 1808/1809

Begin december 1808 begint het water te stijgen en lopen al snel de uiterwaarden onder. Halverweg de maand december gaat het zo streng vriezen dat de grote rivieren dichtvriezen en op veel plaatsen overgestoken kunnen worden. De spaning onder bevolking en bestuurders neemt toe want men weet uit ervaring dat als de dooi invalt er nu een grote kans op overstromingen zal zijn. Op 28 december geeft de ambtman en dijkgraaf van de Over Betuwe opdracht aan alle schouten om vaartuigen gereed te houden en binnendijks te brengen opdat ze bij een evt overstroming direct beschikbaar zouden zijn. Begin januari 1809 valt plotseling de dooi in; niet allen bij ons maar ook in zuid duitsland en zwitserland. Het gevolg: het rivierijs in ons land breekt en komt in beweging en heel veel bovenloops drijfijs en extra smeltwater komt stroomafwaarts.
De kern van het probleem zit steeds weer voor een belangrijk deel in het drijfijs. In de ondiepe rivier zet dat zich vast aan de bodem, nieuwe schotsen schuiven er over heen, het ijs stapelt zich op en vormt uiteindelijk een ijdam die de afvoer van drijfijs en van smeltwater belemmert. Het waterpeil boven de ijsdam stijgt vervolgens snel, het water loopt over de dijk, de dijk verzwakt, zakt in en breekt uiteindelijk door.
Dat nu gebeurde in de Over Betuwe. In de Nederrijn ontstond een enorme ijsdam waardoor veel meer drijfijs en water zijn uitweg via de Waal zocht dan de rivier aankon. Een ramp was niet meer te vermijden
Op 15 januari ’s morgens rond 9 uur breekt de Oosterhoutse Waaldijk ten zuiden van Elst als gevolg van ijsgang in de rivier bij huis Waaijenstein door. Het ijs zet zich vast bij Dodewaard, waarna het water bovenstrooms in korte tijd enorm oploopt. Vele brieven zijn bewaard gebleven van de dijkgraaf George van Randwijck, gericht aan de secretaris mr. J. Vermazen, die op het moment van de doorbraak te Nijmegen verblijft. Van Randwijck schrijft op de morgen van die dag te half acht: ‘Gisteravond om elf uur kwam men mij zeggen dat het water sterk wegviel doch dit heeft maar een half uur geduurd en toen weer aan ’t wassen geraakt. Deze morgen om 6 uur kreeg ik rapport dat er een verzinking aan de binnenkant van de dijk even onder de afweg naar Wayenstein was. Ben er dadelijk naar toe geweest en zo men mest genoeg kan bekomen hoop ik dat men het zal kunnen houden’. Om kwart over twaalf van diezelfde dag meldt hij vanuit Lent: ‘Het ongeluk is daar, het water loopt sterk in. Nu zal de verzorging moeten plaats vinden. Verzoeke derhalve de goedheid te hebben om ons 5 à 600 broden over te zenden nevens drie à vierhonderd pond kaas, 3 à 4 kannetjes olie en enige ponden kaarsen en zwavelstokken’. De bewoners van Lent en Oosterhout vluchten uit hun huizen en zoeken hun heil op de hogere, doge plekken: ‘Bij Jan de Smit aan de dijk (in Lent) zit het zo vol dat men zich daar niet roeren kan, evenals in de Zwaan en bij de Schoenmaker’.
De doorbraak veroorzaakt bij Oosterhout een gat in de dijk van circa 140 meter met daarachter een enorme kolk, waarin huis Waaijenstein in zijn geheel verdwijnt. Ook het wiel uit 1651 wordt in de Waaijensteinkolk opgenomen. Daarachter komt een dik pakket overslaggronden tot stand. Van Huis Oosterhout is vrijwel niets over.
Vervolgens breken op tal van plaatsen de dijken door en enorme hoeveelheden water en ijs overspoelen de Betuwe. Vrijwel het gehele gebied komt onder water te staan.
Dan gaat het opnieuw vriezen en het overstroomde land wordt een ijsvlakte waardoor de geisoleerde dorpen en boerderijen nog moeilijker te bereiken zijn. Eind januari gaat het in de bovenloop van de Rijn dooien. De waterstand loopt opnieuw op en tot overmaat van ramp steekt er in de nacht van 30 op 31 januari 1809 een zware storm op. Water en ijs stortten zich voor de tweede keer door de stroomgaten over het nog ondergelopen land. Het waterpeil in het overstroomde gebied loopt nog enkele decimeters hoger op dan na de eerste overstroming.
Alleen al in de Over Betuwe verdronken er van de ca 12000 inwoners 275, honderden stuks vee verdronken, tientallen huizen waren totaal verdwenen of onherstelbaar beschadigd, boomgaarden en andere houtgewassen zwaar beschadigd. De schade in en om Elst (1600 inwoners, 320 gezinnen) was het grootst, 86 % van de gezinnen had schade geleden, 59 huizen waren totaal vernield en 82 waren beschadigd. Uiteindelijk werd nog geen 15% van de schade die particulieren hadden geleden door overheidsbijdragen en collecteopbrengsten vergoed
Laatst bijgewerkt 7 juli 2014Gemaakt 23 december 2021 met 'Reunion for Macintosh'