Gezinskaart voorouders Anton Jansen - Persoonsblad
Gezinskaart voorouders Anton Jansen - Persoonsblad
Naamvan Egmond van Kranenedonk, Dieuwertje
Partners
Geboren datumcirca 1440
Overlijden datumcirca 1511 Leeftijd: 71
Beroeppensionaris van Dordrecht, deurwaarder
Huwelijk datumvoor 1470
KinderenAelbrecht (ca 1470-1525)
Notitie behorende bij Dieuwertje van Egmond van Kranenedonk
Uit het huis Egmond (hoewel...), soms foutief geschreven als Cranenburg. In Nav. 1888:62-3 worden haar als mogelijke kwartieren Cranenbroek, Beets, Egmond en Grevelingen toegeschreven. Dek vermeldt echter geen alliantie Kranenbroek-Egmond.
Notitie behorende bij Albrecht (Partner 1)
Pensionaris van Dordrecht (Navorscher 1865:214), deurwaarder in 1471. Ook aangeduid als Arent Gerrits van Loo (vgl Navorscher 1865:117 (volgens deze gehuwd met Catharina van Amerongen), 1890:122, 212, van der Aa), in 1477 en 1481 door keizer Frederik naar Friesland gezonden (van der Aa: ook 7-5-1478, voor Ooster- en Westergo); raad fiscaal en ambassadeur, ridder, voor het eerst als keizerlijk gezant (rentmeester, rechter, muntmeester etcetera) in Friesland genoemd 22-12-1464.

Vanwege de verbanden met Friesland en Groningen en de missie naar Oost-Friesland wordt in het CBG dossier wel gespeculeerd dat Van Loo uit Duitsland (Saksen) komt; echter de huwelijken van kinderen en kleinkinderen met Zuid-Nederlanders wijzen ook naar een mogelijke andere oorsprong. Een N. Van Loo te Den Haag tekent voor het Hof van Holland op 18-7-1417 een akte over een Van Doornick (GHB 1907:93).

OV 1989:110: 7-4-1486: Albert van Loo voor Lodewijk van Brugge, heer van Gruuthuse, ridder, bij een overdracht van land (lenen Kennemerland); 5-9-1488: hetzelfde stuk grond verpand door Roeland le Fèvre Jasper van Bouchain, koopman van Florence, bevestigd door Albert van Loo, procureur.

OV 1989 meldt ook in de lenen van de Amstel te Ijsselstein een tiende genaamd tiende van Tyrant bij de Marne, op 15-8-1324 aan Ye van der Loo, later (13XX) Ye uter Loo, en 30-12-1351: Ye uter Loo zoals zijn ouders.

Schölvinck: procureur (2-3-1486) namens de zes voornaamste steden van Holland in een proces aangespannen door Quinten de Goede bij de Grote Raad te Mechelen (p. 68). Procureur (15-3-1496, 27-6-1496) voor de magistraat van Leiden in een proces aangespannen tegen Pieter Dierycz uit Delft (p. 73). Procureur (17-4-1497, als Aelbrecht van Loo de Oude) voor Leiden in een proces aangespannen door Karel de Latre uit Rijssel tegen de vijf grote steden van Holland (p. 75), terwijl zijn zoon Karel de Latre vertegenwoordigt.

1490-95 vermeld als procureur voor de abdis van het klooster Rijnsburg

Westfries Archief (Westwoud, Oudijk, en Binnenwijzend)
Nr 52: Akten waarbij de deurwaarder Albert van Loo verslag geeft van zijn verrichtingen naar aanleiding van de bouw van het stadhuis, 1467. Hierin nr. 13: 1467 februari 9 (1466 na den loep 's hoefs van Hollant) Aelbert van Loo, deurwaarder van het Hof van Holland, verklaart dat hij krachtens zijn akte van commissie op verzoek van de burgemeesters van Westwoude, Oesterblocker en Westerblocker naar de schout en schepenen van voornoemde dorpen is gegaan en hen heeft bevolen vanaf heden de vierschaar te spannen in het nieuw gebouwde stadhuis, hetgeen schout en schepenen hebben beloofd. Inv.nr. 52; nr 14: 1467 februari 11 (1466 na den loep 's hoefs van Hollant) Aelbert van Loo, deurwaarder van het Hof van Holland, verklaart dat hij krachtens zijn akte van commissie naar zekere personen is gegaan waarvan de namen hem zijn gegeven door burgemeesters van Westwoude, Oesterblocker en Westerblocker, en hen heeft bevolen om terstond hun aandeel te betalen in de kosten van de bouw van het stadhuis, hetgeen zij hebben geweigerd. Hij heeft hen daarop gedagvaard op sacramentsdag (10 april) in de herberg in Den Hage om de volgende dag voor het Hof de redenen van hun weigering te geven. Inv.nr. 52

Oud Archief Den Haag, invnr 5901, nr50: Het Hof van Holland bepaalt naar aanleiding van het mandement van Maximiliaan en Maria van 1481 Oct. 1, dat vrijgesteld zullen zijn van contributie in de bede van den Haag alle dienaren, officieren en personeel, gerekend tot de "escroen" van den huyse van de hertog en hertogin en de ordinaris en extra-ordinaris raden van Holland, de procureur, advocaat en griffier van Holland, Adam van Cleve en Vranck van Nesse secretarissen ordinaris, Ghijsbrecht van der Mije, Floris Oem van Wijngaerden, Joost Willemszoen en Mr. Cornelis van Scheveningen, secretarissen extra-ordinaris, "alle ridderen,kerckelicke of gheestelicke luyden, alle doctoeren, licentiaten, ende advocaeten, die doctoeren oft licentiaten zijn, zes van de procureurs postulant voor den voorscreven Hove, bij namen Jan Meynert zoen, Ailbrecht van Loo, Willem de Latter, Mr. Melis Zael, Duyst Pieterszoen ende Anthonis Jansoen; ses exploictiers, bij namen Jan Wouterszoen, Lourys Ghijsbrechtszoen, Harpar Claeszoen, Jan Aerntszoen, Dirick van Vuytwyck ende Heynrick van Cralinghen ende dat bovendien oick vrij ende exempt blijven ende weesen sal Jan Schout als deurwaerder ende bewaerer van de voorscreven Camere van den Raide ende vier boden te weten Symon Claeszoen, Jan Kempenzoen, Coppin van Billenborch, ende Geryt Tack". Wanneer echter die van Den Haag te eniger tijd assistentie nodig hebben tegen iemand anders van de secretarissen, advocaten etc. etc., zal het Hof hun alle assistentie, die nodig is, verlenen. 1482 Maart 11 (op ten XIen dach in maerte in 't jairO.A.M.CCCC. een ende tachtich, nae den loop 's hoofs van Hollandt).

Idem 26 (zoon) Keizer Maximiliaan en Karel, aartshertog van Oostenrijk etc. geven aan de graaf van Egmond, gouverneur, Mr. Nicolaas Everardi, president van de raad in Holland, Vincent Cornelisz. rekenmeester, en Aelbrecht van Loo, advocaat van de Staten van Holland, kennis, dat zij, naar aanleiding van het appèl van Willem Oem van Wyngaerden op de Grote Raad te Mechelen betreffende 's Keizers ordonnantie op de gemeente en neringen van Den Haag (zie Reg. no. 125), genoemde ordonnantie confirmeren en gelasten Willem Oem en alle anderen desnoods met geweld tot gehoorzaamheid te dwingen. 1514 Maart 31 (den laetsten dach van Maerte - duysent vijfhondert ende dertiene voer Paesschen. Mechelen).

Idem 128 Willem Oem van Wyngaerden verklaart voor het Hof van Holland zich neer te leggen bij de submissie tussen hem en die van Den Haag gedaan, afstand te doen van het baljuwschap, en zijn appèl tegen de ordonnantie van "onsen genadige Vrouwe" (de gouvernante) in te trekken en dat de waerdijns en andere officieren van de draperie van Den Haag door de president, Mr. Vincent Cornelisz. en Aelbrecht van Loo als commissarissen van onsen genadige Vrouwe daartoe gesteld, geordineerd hun ambacht aanvaarden en uitoefenen mogen. 1514 April 19 (upten XIXen dach in April anno XVc. ende XlIII nae Paesschen. Den Haag).
Laatst bijgewerkt 30 juni 2016Gemaakt 23 december 2021 met 'Reunion for Macintosh'