Gezinskaart voorouders Anton Jansen - Persoonsblad
Gezinskaart voorouders Anton Jansen - Persoonsblad
Naamvan Loo, Aelbrecht
Geboren datumcirca 1470
Overlijden datum5 januari 1525 Leeftijd: 55
Overlijden plaatsDen Haag, Nederland
Beroepstudent te Orleans, pensionaris van Dordrecht, griffier van het Hof van Holland, raadspensionaris van Holland
Vadervan Loo, Albrecht (ca 1440-ca 1511)
Partners
Geboren datumcirca 1470
VaderZwinters, Pieter (<1450-)
KinderenGerrit (1495-1562)
Notitie behorende bij Aelbrecht van Loo
President (pensionaris) van Dordrecht 1507-10), lid en griffier van het hof van Holland 1506-15 (Batavia Ill. 1478; vgl Nav. 1922:62)), president in 1517 (idem 1475), raadspensionaris (landsadvocaat) van Holland 1513-24. Bronnen: CBG 1973, Navorscher 1865, 1890, OV 1997. Vermeld op 5-2-1520 (OV 1988:232) als Albert van Loo Albertsz, raad van Holland. Woonde aan de Kneuterdijk tegenover Paleis Noordeinde, waar nu Paleis Kneuterdijk staat. In 1518 verwikkeld in een twist over de combinatie van zijn ambten als landsadvocaat en raad van Holland (vgl. ook Kok, Kobus en Rivecourt). Zou ook een ambt in Friesland hebben (Navorscher 1865). Wordt beschouwd als behorende tot de lagere Hollandse Adel (v. Nierop 52, 83, 165 e.a.). Volgens Dossier CBG: schildknaap. Overlijdensdatum vgl ook CBG 1947:105.

GA Den Haag 0171-01, archief Familie Van Brienen van de Groote Lindt, regest 19: 3-4-1518 Jacop Adriaenszoon van de Wiele en Pieter Pietersz schepenen in den Hage oorkonden dat Thonis Bartolmeeszoon verklaarde te hebben verkocht aan mr Cornelis Henrijckzoon een perceel land in het ambacht van Wassenaar, belend: O. en Z. mr Aelbrecht van Loo, N. de watering, W. Pieter Hubrechsz en nog twee percelen geestland, belend: O. mr Aelbrecht van Loo, N. de watering, Z. en W. mr Cornelis voorn. De percelen zijn belast met 9 pond holl. 5 stuivers en 5 denijts.

GA Den Haag Oud archief 0350-01, regest 50: 11-3-1482 Het Hof van Holland bepaalt naar aanleiding van het mandement van Maximiliaan en Maria van 1481 Oct. 1, dat vrijgesteld zullen zijn van contributie in de bede van den Haag alle dienaren, officieren en personeel, gerekend tot de "escroen" van den huyse van de hertog en hertogin en de ordinaris en extra-ordinaris raden van Holland, de procureur, advocaat en griffier van Holland, Adam van Cleve en Vranck van Nesse secretarissen ordinaris, Ghijsbrecht van der Mije, Floris Oem van Wijngaerden, Joost Willemszoen en Mr. Cornelis van Scheveningen, secretarissen extra-ordinaris, "alle ridderen,kerckelicke of gheestelicke luyden, alle doctoeren, licentiaten, ende advocaeten, die doctoeren oft licentiaten zijn, zes van de procureurs postulant voor den voorscreven Hove, bij namen Jan Meynert zoen, Ailbrecht van Loo, Willem de Latter, Mr. Melis Zael, Duyst Pieterszoen ende Anthonis Jansoen; ses exploictiers, bij namen Jan Wouterszoen, Lourys Ghijsbrechtszoen, Harpar Claeszoen, Jan Aerntszoen, Dirick van Vuytwyck ende Heynrick van Cralinghen ende dat bovendien oick vrij ende exempt blijven ende weesen sal Jan Schout als deurwaerder ende bewaerer van de voorscreven Camere van den Raide ende vier boden te weten Symon Claeszoen, Jan Kempenzoen, Coppin van Billenborch, ende Geryt Tack". Wanneer echter die van Den Haag te eniger tijd assistentie nodig hebben tegen iemand anders van de secretarissen, advocaten etc. etc., zal het Hof hun alle assistentie, die nodig is, verlenen. 1482 Maart 11 (op ten XIen dach in maerte in 't jairO.A.M.CCCC. een ende tachtich, nae den loop 's hoofs van Hollandt).

Idem 126, 31-3-1514 Keizer Maximiliaan en Karel, aartshertog van Oostenrijk etc. geven aan de graaf van Egmond, gouverneur, Mr. Nicolaas Everardi, president van de raad in Holland, Vincent Cornelisz. rekenmeester, en Aelbrecht van Loo, advocaat van de Staten van Holland, kennis, dat zij, naar aanleiding van het appèl van Willem Oem van Wyngaerden op de Grote Raad te Mechelen betreffende 's Keizers ordonnantie op de gemeente en neringen van Den Haag (zie Reg. no. 125), genoemde ordonnantie confirmeren en gelasten Willem Oem en alle anderen desnoods met geweld tot gehoorzaamheid te dwingen. 1514 Maart 31 (den laetsten dach van Maerte - duysent vijfhondert ende dertiene voer Paesschen. Mechelen).

Idem 128, 19-4-1514 Willem Oem van Wyngaerden verklaart voor het Hof van Holland zich neer te leggen bij de submissie tussen hem en die van Den Haag gedaan, afstand te doen van het baljuwschap, en zijn appèl tegen de ordonnantie van "onsen genadige Vrouwe" (de gouvernante) in te trekken en dat de waerdijns en andere officieren van de draperie van Den Haag door de president, Mr. Vincent Cornelisz. en Aelbrecht van Loo als commissarissen van onsen genadige Vrouwe daartoe gesteld, geordineerd hun ambacht aanvaarden en uitoefenen mogen. 1514 April 19 (upten XIXen dach in April anno XVc. ende XlIII nae Paesschen. Den Haag).

OV 1998: 28: op 28-2-1493 handelt Albrecht als zaakgelastigde van Filips van Bourgondië bij overdracht van een leen (NB: mogelijk gaat het hier om zijn vader, Aelbrecht 'de Oude'). Treedt als Albrecht van Loo 'de jonge' in 1496 op bij de overdracht van een leen in Molenaardsgraaf voor Cornelis Boulijn (OV 1997:42), idem op 8-7-1495 voor Cornelis van der Veer (OV 17979:196).

OV 1987: 548-9 meldt lenen van 20 en 7 morgen uit het leen rond (en met) huis Rijnenburg in Hazerswoude, op 9-8-1512 aan Mr. Albert van Loo, raad in de Raadkamer van Holland, koop na de dood van Anton van Eversdijk, gehuwd met Maria van Raaphorst, en kinderen; 20-5-1525: Gerard van Loo, secretaris van het Hof van Holland, bij dode van Albert, zijn vader; 11-3-1565: Albert van Loo, raad en gecommitteerde bij domeinen en financiën, bij overdracht door Gerard, raad en rentmeester-generaal van Friesland, zijn vader; 17-10-1577: Albert van Loo bij dode van Albert, zijn vader.

Balen (p. 135) meldt het bestaan van een familiegraf Van Loo in de Grote Kerk in Dordrecht.

Schölvinck: als 'Aelbrecht de Loo de Jonge' procureur (20-2-1497, 17-4-1497) voor Karel de Latre uit Rijssel in een proces tegen de grote steden van Holland (p. 75), terwijl zijn vader de tegenpartij Leiden vertegenwoordigt. Raadsheer van het Hof van Holland op 25-9-1511 in een prices van Delft tegen Rotterdam (p. 85-6). Raadsheer-commissaris te Den Haag (7 en 13-1-1517, 15-1-1517, 30-7-1517, 12-5-1516) in een proces van Heynrick Joestenz uit Delft tegen de exuemeesters en magistraat van Leiden (p. 88). Raadsheer in het Hof van Holland (5-10-1519) bij het proces van Jan Evertsz uit Delft tegen jonkvrouw Machtelt van Diemen (p. 96)
Laatst bijgewerkt 14 juli 2017Gemaakt 23 december 2021 met 'Reunion for Macintosh'