Gezinskaart voorouders Leni Eijkelestam - Persoonsblad
Gezinskaart voorouders Leni Eijkelestam - Persoonsblad
NaamKoll, Fijgje
Geboren datum16 september 1770
Geboren plaats4128 Lexmond, Nederland
MemoDTB Lexmond RAZH
Overlijden datum10 juni 1799 Leeftijd: 28
Overlijden plaats4128 Lexmond, Nederland
Memozie boedelinventaris dd 1-6-1804
Begraven datum18 juni 1799152
Begraven plaats4128 Lexmond, Nederland
MemoDoodboek van Lexmond
Partners
Geboren datum6 april 176147
Geboren plaats3413 Jaarsveld, Nederland
Overlijden datum1 juli 183448 Leeftijd: 73
Overlijden plaats4128 Lexmond, Nederland
Memozie notitie
Beroepbouwman, jager
VaderEijkelenstam, Theunis (1733-1803)
MoederBreeningen, Lijsbeth (1732-1810)
Huwelijk datum15 mei 1791
Huwelijk plaats4128 Lexmond, Nederland
Huwelijk memozie notitie
Documenten notities behorende bij Fijgje Koll
* doodboek Lexmond 1799, docnr 03-006
* testament + transcriptie dd 16-05-1799, docnr 04-016
* testament + transcriptie dd 16-05-1799, docnr 04-017
Notitie behorende bij Lauwrens (Partner 1)
Lauwrens is geboren op 6 januari 1761.
Voor het vaststellen van deze datum moeten we nog steeds terugvallen op het al eerder genoemde gereconstrueerde DTB van Jaarsveld
Lauwrens groeide op in Jaarsveld en trouwde twee keer. Het eerste huwelijk heeft 8 jaar geduurd en had waarschijnlijk nogal wat voeten in de aarde. Zie daarvoor de tab notitie van het gezinsblad met Fijgje Koll, zijn eerste vrouw.

In de diverse documenten staat hij te boek als bouwman en als jager. Bij het overlijden van zijn eerste vrouw bezaten ze samen ruim 7 ha land; bij zijn eigen overlijden in 1836 is er sprake van ruim 7 ha weiland. Als jager bezat hij natuurlijk een geweer. Het bewijs hiervoor vinden we in de familiebijbel (46blad2) waar wordt vermeld dat hij zich op 25 september 1822 aan zijn hand verwond heeft door “het springen van het geweer”.
Lauwrens had enig aanzien in Lexmond want, zoals blijkt uit documenten in het oud-rechtelijk archief van Lexmond treedt hij tussen 1828 en 1833 een aantal keren op als vertegenwoordiger van de ambachtsheer Anthonie van Bergh. Het gaat dan meestal om pacht en verkoopaktes van grond. Na zijn dood neemt zijn zoon Teunis die taak een aantal keren over.
Deze ambachtsheer woonde zelf in Amsterdam. Het uit 1791 daterende orgel in de hervomde kerk in Lexmond is door hem en zijn vrouw Elisabeth Pot geschonken.

Lauwrens overlijdt op 1-7-1834; de overlijdensacte luidt:
In het jaar achttien honderd vier en dertig, den tweeden der maand Julij, des namiddags ten .... ure, zijn voor ons Jan Veen, eerste assessor en Ambtenaar ven den Burgerlijken Stand der Gemeente Leksmond ..... ..... gecompareerd: Jacob Klijn, gebuur, oud acht en vijftig jaren, van beroep bouwman wonende te Leksmond in numero 73 en Frans Rietveld gebuur, oud twee en zestig jaren, van beroep boschwachter, wonende te Leksmond in numero 71 die ons verklaard hebben, dat op den eersten der maand Julij des jaars achttien honderd vier en dertig des avonds ten zes ure, binnen deze gemeente is overleden Lourens Eikelenstam, oud twee en zeventig jaren, van beroep bouwman, geboren te Jaarsveld, gewoond hebbende te Leksmond in numero 72, gehuwd geweest met Maagje Bouwman zonder beroep, te Leksmond woonachtig, zoon van Teunis Eikelenstam en Elizabeth van Breningen beide overleden.
En hebben wij declaranten en assessor deze Acte, na gedane voorlezing, onderteekend.
(handtekeningen)
Notitie notities behorende bij Lauwrens & Fijgje (gezin)
Lauwrens groeide op in Jaarsveld en trouwde op 15 mei 1791 in Lexmond aan de overkant van de Lek, met Fijgje Koll. Lauwerens is dan 30 jaar en Fijgje, een boerendochter geboren en getogen in Lexmond, is net 20 jaar. In het gezin waar zij opgroeit zijn minimaal vijf kinderen geboren en waarschijnlijk is Fijgje de jongste dochter. Gelet op de grootte van het gezin en op de nalatenschap die Fijgje later waarschijnlijk ten deel is gevallen, is zij de dochter van een mogelijk niet onbemiddelde boer.
Wat opvalt is dat hun eerste kind, een dochter, al een maand oud is wanneer het huwelijk gesloten wordt. Blijkbaar heeft dit huwelijk nogal wat voeten in de aarde gehad voordat het zover was. Het heeft er alle schijn van dat dit een gedwongen huwelijk is geweest. Kijken we naar de waarschijnlijk eenvoudige achtergrond van Lauwrens, het feit dat de familie Koll niet onbemiddeld was en het leeftijdsverschil tussen Lauwrens en Fijgje, dan is voorstelbaar dat men bij de familie Koll niet erg enthousiast was. Als deze veronderstelling juist is, is het opvallend dat het huwelijk toch zonder huwelijkse voorwaarden wordt gesloten.
In het dtb van Lexmond komt de volgende vermelding voor:
"Louwerens Eijkelenstam JM geboren te Jaarsveld en Fijgje Kol JD geboren en wonende beide alhier zijn onder ons getrouwd den 15 Maij 1791"

Opnieuw indien bovenstaande interpretatie van de gebeurtenissen juist is, verklaart dat tevens waarom een paar jaar later zaken zo merkwaardig verlopen.
Hoe dan ook, er worden in totaal nog drie dochters geboren.

Het oud rechtelijk archief en het notarieel archief van Lexmond geven vervolgens een inkijkje in het familieleven van Lauwrens en Fijgje

In 1799 gaat de gezondheid van Fijgje blijkbaar hard achteruit en laten ze een testament opmaken. Ogenschijnlijk niets bijzonders, maar de manier waarop dat gebeurt roept vragen op.

Waarom wordt er ’s avonds zo laat nog, nl. om 01.00 uur ’s nachts, bij comparanten thuis voor schout en schepenen van Lexmond een testament opgemaakt. Een testament waarin overigens, zoals onderstaand blijkt, verklaard wordt dat Fijgje wel ziekelijk is “dog beijde de vereijschte bekwaanheden hebbende, omme van hunne na te laten goederen testamentairlijk te kunnen disponeeren”.

Uit het vervolg zal blijken dat het echter op zijn minst twijfelachtig is of Fijgje wel wist wat ze die nacht verklaarde.

Nog vreemder wordt het wanneer we in het notarieel archief van Lexmond een nog diezelfde nacht opgesteld testament vinden maar nu door een notaris uit Vianen..

Wat is hier aan de hand?

Daar kunnen we achteraf alleen maar naar gissen, maar het moet een onrustige en emotionele nacht geweest zijn, want anders wordt een testament niet midden in de nacht binnen een paar uur herzien.
Opvallend is dat zowel het eerste als het tweede testament bij Lauwerens en Fijgje thuis in Lexmond wordt opgemaakt. Dit heeft mogelijk te maken met de ziekelijke toestand van Fijgje zoals in het eerste testament wordt vermeld. Die moet veel ernstiger zijn dan daar wordt gesuggereerd, want waarom anders die haast. Het is blijkbaar nogal urgent.
Achteraf weten we dat Fijgje op dat moment inderdaad niet lang meer te leven had.

Het verschil tussen het eerste en het tweede testament is, dat in het eerste testament de ouders van Lauwrens Eijkelestam als zijn erfgenamen worden genoemd, indien er althans bij zijn overlijden geen nakomelingen in leven zijn. In het tweede testament komt deze verklaring niet meer voor.
Het waarom van deze herroeping wordt nergens toegelicht, maar zou het te maken kunnen hebben met de herkomst van hun bezittingen, met name het land dat hun eigendom is? Komt dat land uit de familie Koll?
Het blijft dan vreemd dat Fijgjes broer Tijmen Koll in het eerste testament wordt benoemd als executeur ervan en als voogd over de kinderen. Waarschijnlijk is hij niet bij het opmaken van het testament aanwezig geweest, maar is hij er nog diezelfde nacht wel over geïnformeerd. Vervolgens is de heisa ontstaan.

Documenten over de herkomst van het land heb ik niet kunnen vinden, maar Fijgjes vader is een paar maanden eerder overleden en we weten dat die familie landerijen en opstallen bezat. Ook zal later blijken dat de twee stukken land van Lauwrens en Fijgje ieder grenzen aan dat van twee verschillende broers van Fijgje. Voorts weten we dat de grootouders van Lauwrens van de armen begraven zijn, dus niet welvarend waren en dus geen bezittingen hadden. De welstand van zijn ouders kennen we niet, maar die zijn niet van de armen begraven.
Als deze analyse juist is en we ook het moeizame totstandkomen van het huwelijk, acht jaar eerder in herinnering nemen, dan is het verzet van de familie Koll tegen het eerste testament wel verklaarbaar.

Fijgje overlijdt enkele weken later, nl. op 10 juni 1799; acht dagen later wordt ze begraven.

Als Lauwrens in 1804 opnieuw wil trouwen is een boedelbeschrijving en een boedelscheidingacte nodig om de vier dochters uit het eerste huwelijk hun deel van de nalatenschap toe te kunnen kennen.
Daarmee wordt nu, 200 jaar later, voor ons duidelijk wat het belang van die testamenten was: er waren nogal wat bezittingen, waaronder twee stukken grond samen acht en een halve morgen groot. Een morgen is het land dat in één morgen kon worden geploegd. Deze maat verschilde van streek tot streek maar komt ongeveer overeen met 0,85 ha.
In totaal bezaten ze dus ruim zeven ha land, gelegen onder Lexmond.

Boedelbeschrijvingen geven veelal, zo ook hier een goed beeld van de bezittingen en van wat er in huis aanwezig was. Zoals uit onderstaande transcriptie blijkt, komt het beeld naar voren van een redelijk welgesteld gezin.

Staat en inventaris des gemeenen boedel van Louwerens Eijkelenstam en deszelfs overleeden huijsvrouw Fijgje Koll, alhier op den 10e Junij 1799 overleeden.
Gedaan maakende en doen instellen bij voorengenoemde Louwerens Eijkelenstam zo en in dier voegen als deselven boedel en goederen bij hem ter deezer tijd bezeeten worden.

Tot later verstand van deezen inventaris en omme vervolgens op den inhoud van dien te kunnen treeden tot eene finalen schijding of het doen eener uitkoop met Tijme Koll en Willem van Nek in qualiteit als voogden testamentair over de vier nagelaten kinderen van wijlen zijne huijsvrouw Fijgje Koll bij hem in huwelijk verwekt, word alhier kortelijk gepremitteerd –
dat bovengemelde Louwerens Eijkelenstam en Fijgje Koll ten huwelijk zijn getreden zonder alvorens eenige huwelijkse voorwaarden te hebben opgesegt of geslooten, sulks des statutairen gemeenschap van goederen alsmede van winst en verlies, erfenissen en besterfenissen, staande huwelijk te vallen of acquireeren tussen hunlieden heeft plaats gehad

Dat vervolgens meergem. Louw. Eijkelenstam en Fijgje Koll voor den notaris F.A. van Hall en get. alhier op Lexmond den 16e maij des jaars 1799 hebben gemaakt en gepasseerd hunlieden testament en uitersten wille, waarbij zijl. na herroepinge van alle voorige testamenten of codicillen die zijl. bevorens tesamen of ijder van hun in het bijsonder mogten hebben gemaakt en wel speciaal ’t testament in de voorgaande nagt door hun voor schout en leeden van het gemeente bestuur van Lexmond gepasseerd, niet willende dat deselve enig effect zullen sorteren, hebben geinstitueert in cas de langstleevende weeder mogte komen te hertrouwen, tot erfgenaamen van de eerststervende hunne gezamenlijke natelaten kind of kinderen of de langstleevende van dezelve.

Nomineerende al wijders in cas van hertrouwen van de langstleevende, tot voogden over hunne natelaten minderjarige kind, kinderen of andere toesigt behoevende ergenamen Tijmen Koll en Willem van Nek, gevende daarbij aan dezelve voogden alle zodanige last, magt en gezag als aan hun is competeerende en na rechten kan en mag gegeven worden, ook de magt van surrogatie en substitutie met seclusie van alle weeskameren en oppervoogden – en voorts zodanig al het geen te voorsz bij bovengen. testamente breeder is vermeld, welk testament of dispositie zij testatrice Fijgje Koll op den 10e junij 1799 met de dood heeft bekragtigt, onder welke promessen en onvermindert het voordeel den inventarient als overleefd hebbende meergem. zijne huijsvrouw uit den gemeenen boedel competeerende, dan getreeden en overgegaan word tot den inventaris zelve.

Eerste capittel van vaste goederen

Zeeven morgen land gelegen in de Nes onder Lexmond, strekkende voor uit halver kleijnen Lecq, tot agter halver geensloot belend boven Gerrit Molenaar en Tijmen Koll en beneden G.H. van Dompselen.

Een en een halve morgen land, geleegen op den polder Lakerveld, strekkende voor uit de halve dwarssloot van Arij Koll tot agter halver dwarssloot van de domeinen belend boven Eijsbrand Buijzer en beneden Arij Koll.

Tweede capittel van de contante penningen

bestaande in diverse specien de somme van zestien honderd guldens f 1600 -- --

Derde capittel van haard en vee melk en bouwgereedschap mitsgaders huijsraad en inboedels.

twee melkkoeijen, een dito vaars, twee pinken, twee kalveren, een varken
melkgereedschap: eenige tonnen, eenige emmers
voorts eenig bouwgereedschap edog alhier niet noemenswaardig

huijsraad en inboedel: een drieweken klok, een kabinet, een klein kastje, een aanregtbank, twee tafels, veertien stoelen, drie rekken met schotels en borden, een dito met porselijne theegoed, agt schotels en borden staande voor de schoorsteen, zes kommen staande op ’t cabinet, een spiegel, een partij brandhout

koper thin en eijserwerk: een parthij kooper, een parthij tin, dito eijserwerk, een koekepan, een treeft

bedden mitsgaders linnen en wollen ……: twee bedden met hun toebehooren, tien laakens, eenige tafellaakens, voorts nog eenige linnen en wollen van geene waarde

Vierde capittel van goud en zilver mitsgaders kleederen zo linnen als wollen
Ten lijve en gerijve van de overleedene Fijgje Koll behoord hebbende

een paar gouden oorbellen
een gouden boot
een dito ring
een zilveren tasbeugel en dito haak
een dito snuijfdoos
een dito L’au de la Reine doosje
een paar dito gespen
een festonnetje(?) met zilver beslag
vier jakken
vijf rokken
4 voorschooten
vier halsdoeken
een schoudermantel
een roklijf
het overige van de vrouwenkleeder. is
gebruikt voor de kinderen.

Ten lijve en gerijve van den inventarient zelve behoorende

een zilver zakhorloge
een paar dito gespen
drie hemprokken met zilveren knopen
twee rokken
een cammicool
een broek
tien hembden

Vijfde capittel van boedelschulden

rest van het billiet van ongelden over den jaare 1801 aan den schout en gadermeester mr. Reinier Fabritius van zeeven morgen land gelegen in de Nes onder Lexmond, en een en een half morgen land gelegen op Lakerveld tot. f 16 -- 3 -- 2
Aan de heer A.H. van den Berg, over kaijen koeken ,, 30 -- --

Aan Klaas Spruijt te Gorinchem over idem ,, 10 -- --

’t formeeren deezer inventaris concerneerende den gemengden boedel word alhier salaris en verschot van den sec. mr. R. Fabritius gebragt voor ,, memorie


Zesde capittel van de dood schulden van Fijgje Koll.

Betaald voor een doodkist f 14 -- --

Betaald aan de schoolmeester en doodgrave ,over het klokken luijden en maken van ’t graf ,, 2 -- --

idem voor het gebruijken van het doodkleed ,, 3 -- --

idem aan den brouwer over leverantien van bier tijdens de begrafenis ,, 10 -- --

idem over leverantien van dranken als vooren ,, 3 -- --

idem aan den bakker over leverantien van brood, koekjes en beschuijt tijdens als vooren ,, 10 -- --

idem aan den slaager over leverantien van vleesch tijdens als vooren ,, 8 -- --

Nog aan differente uitgaaven zo verre mij kan herinneren bij calculatie ten tijde van het overlijden mijnen huijsvrouw eenen somme van ,, 10 -- 10 --

betaals aan A.C. Jutting med. doctor overgedane vistens en geleverde medicijnen ten tijde der ziekte van mijne huisvrouw volgens quitantien ,, 26 -- 4 –


Compareerden voor mr.Reinier Fabritius schout, Wiert Bakker en Adrianus Koppelaar schepenen van Lexmond, Louwerens Eijkelenstam, als in ’t hoofd deezes gemeld ---
ende verklaarden den voorenstaande staat van inventaris te hebben doen maaken, en instellen, ter goeder trouwe, na deszelfs beste kennisse en weetenschap, zonder ter quader trouwe daar van ieteres agter gehouden, ofte weerloos gemaakt, veel min daar van afgelaaten ofte opgebragt te hebben, het geene hadde behooren gedaan te weezen directelijk of indirectelijk; protesteerende daaromme te willen zijn onbehaald, zijnde bereijd indien het eene of ander tot voor ofte nadeel deezes gemengden boedel en nalatenschap ter zijnen kennisse mogte komen ofte dat anders gesteld hadden moeten weezen, deeze daar meede te zullen amplieeren, corrigeeren en dresseeren, als bevonden zal worden te behooren preventeerende mitsdien ten allen tijden der gerequireert wordende de deugdelijkheid deezes met de gewoonelijke boedel eed te sterken.
Aldus gedaan en gepasseerd ter secretarij van Lexmond den 1e junij 1804
(handtekeningen)



Uit de op 19 juli 1804 opgemaakte boedelscheidingsacte blijkt dat “tussenspreken van goede mannen” noodzakelijk was alvorens de nalatenschap voor de kinderen kon worden vasrtgesteld op fl 1550, uit te keren bij meerderjarigheid of “eerdere geapprobeerde staat”. Uit de verdere tekst kan ik niet precies opmaken of dit de totale som is of het bedrag per kind, het lijkt het laatste. Volgens het rekenmodel van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis is dit bedrag vergelijkbaar met ca € 9000 in 2005. Daarbij moet bedacht worden dat de prijsverhouding tussen de diverse goederen totaal anders lag dan vandaag. De prijs van grond was relatief veel lager dan nu.
Laatst bijgewerkt 29 januari 2013Gemaakt 23 december 2021 met 'Reunion for Macintosh'