Ik ben gefascineerd door de uitstraling die glas heeft. Vriendelijk, glanzend, aaibaar zelfs maar ook glashard. Blank en kleurrijk in een oneindige vormenrijkdom. Het is een feest om er naar te kijken.
Mijn collectie is om praktische redenen beperkt en bestaat voornamelijk uit objecten van nederlandse glaskunstenaars uit de periode na 1950. In een galerie kun je nu eenmaal niet wonen. Maar daarbuiten, zeker ook internationaal zijn er nog zeer velen die fantastische objecten maken of gemaakt hebben. Ik spiegel me maar aan de woorden van Goethe: “In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister”.
De periode na 1950 is in de glaskunst belangrijk omdat daarin geleidelijk de overgang naar het moderne glas zichtbaar wordt. Typerend voor het moderne, internationale glas is dat de containervorm van het gebruiksglas (vaas, kan, drinkglas) min of meer heeft plaatsgemaakt voor vrije vormen en glassculpturen.
Museum Jan in Amstelveen beschikt inmiddels over een befaamde internationale collectie moderne glaskunst. Bezoek ook de website van het in 1951 geopende amerikaanse Corning Museum of Glass (www.cmog.org), 50.000 objecten uit 3500 jaar geschiedenis en 500.000 bezoekers per jaar waar o.a. tientallen video’s over het maken van glas te bekijken zijn. Maar ook de websites van grote internationale galeries zoals o.a. Schantz (www.schantzgalleries.com) en Habatat (www.habatat.com) laten topstukken uit de moderne glaskunst zien en zijn een bezoekje waard.